Perenbomen bloeien wit, (Modernen C, zwart)

1. Primaire gegevens
Auteur: Gerbrand Bakker
Titel: Perenbomen bloeien wit
Uitgave: Cossee, 1999, Amsterdam
Pagina's: 137
Genre: Psychologische roman
2. Inhoud (samenvatting)
De tweeling Klaas en Kees en hun broertje Gerson hebben jarenlang het spelletje ‘zwart’ gespeeld. Dit is een zoekspel waarbij de belangrijkste regel is dat ze hun ogen niet mogen opendoen. Gerson heeft de naam van het spel bedacht toen hij voor de eerste keer meedeed. Gerson was toen vier jaar. Inmiddels is hij dertien jaar.
Marianne, de moeder van Klaas, Kees en Gerson is op een dag weggereden naar Italië. Volgens Gerard, de vader van Klaas, Kees en Gerson, woont ze bij een andere man, een buitenlandse man. Sinds die tijd is ze nooit meer teruggekomen. Ze stuurt vijf keer per jaar een kaartje, met iedere verjaardag en met nieuwjaar. Waar ze precies woont, weten ze niet. De Italiaanse postzegel die op de kaartjes zit, is altijd onleesbaar.
Op een mooie zondagochtend in mei stappen Gerard, Klaas, Kees, Gerson en Daan in het snotkleurige autootje van Gerard. Ze gaan op bezoek bij opa Jan en oma Anna. Ze besluiten om langs de boomgaarden te rijden. Daar zien ze allemaal bomen met witte bloesems langs de weg staan. Volgens Gerard zijn het perenbomen, want volgens hem bloeien perenbomen wit, maar volgens Klaas en Kees zijn het appelbomen. Al discussiërend rijden ze op een kruising af. Als ze de kruising passeren, rijdt een auto van rechts op Gerards autootje in. De rechter deur is als het ware om Gerson, die naast Gerard zit, heen gevouwen. Een gedeelte van het dak, een ijzeren stang, is in stukken gebroken en die stukken rusten op of misschien wel in Gersons hoofd. Het dashboard, dat naar voren is gekomen, rust tegen zijn borst. Gerson zit muurvast. Hij schreeuwt of huilt niet, hij zegt alleen heel zachtjes: ‘Au’.
Gerard heeft glassplinters van de verbrijzelde voorruit in zijn gezicht en hals. Kees, die achter Gerson zit, heeft zijn arm gebroken. Klaas klaagt over nekpijn. Daan is door de klap dwars door het raampje aan de bestuurderskant naar buiten gevlogen.
De bestuurder van de andere auto mankeert niets. Hij belt met zijn mobieltje een ambulance.
Gerard en Kees worden meegenomen in een ambulance. Klaas blijft achter. Gerson moet uit de auto geknipt worden. Een uur later wordt Gerson het ziekenhuis binnengebracht. Hij komt op de afdeling ‘Intensive Care’ te liggen. Gersons rechter onderarm is verbrijzeld, zijn ribben zijn zwaar gekneusd. Gerson heeft een beschadiging aan zijn ogen en zijn mild moet verwijderd worden. Door alle aandoeningen en de narcose raakt Gerson in coma. Gerard, Klaas en Kees slapen die nacht in het ziekenhuis.
De volgende dag gaan Gerard, Klaas, Kees en Daan naar huis.
Twee dagen later gaan Gerard, Klaas en Kees weer naar Gerson toe. Gerson ligt nog steeds in coma. Volgens de verpleegkundige, Harald, moeten ze zoveel mogelijk tegen Gerson praten en hem aanraken. Gerard vindt dat maar onzin, want hij denkt dat Gerson hem toch niet hoort.
Van Harald mag Daan ook in het ziekenhuis op bezoek bij Gerson komen. Eigenlijk mogen er geen dieren het ziekenhuis binnen, maar dit is een uitzondering want Gerson ligt al zeven dagen in coma.
Daan is schuchter en verlegen in het ziekenhuis. Het kost Gerard, Klaas en Kees moeite om hem de kamer van Gerson binnen te krijgen, maar hij is al gauw binnen en snuffelt de hele kamer door. Na een tijdje springt Daan op het bed van Gerson. Ze besluiten even later om maar weer naar huis te gaan.
Een paar nachten later krijgt Gerson weer langzaam gevoel in zijn eigen lichaam. Gerson schreeuwt: ‘Perenbomen bloeien wit’.
Op donderdag komen Gerard, Klaas en Kees weer op bezoek. Gerson kan alweer wat praten. Gerson blijft voor altijd blind. Gerard, Klaas, Kees, Jan en Anna hebben het er moeilijk mee omdat ze algauw in een woord of uitspraak kijken of zien gebruiken.
De arm van Kees is mooi geheeld. Hij draagt nu alleen nog een soort rekverband om zijn linker onderarm. Gerards hechtingen zijn eruit, maar mensen zullen nog wel altijd aan hem blijven zien dat er ooit iets is gebeurd.
Gerson is inmiddels thuis. Hij gaat vaak om negen uur ’s avonds naar bed en staat ’s morgens vaak laat op, want als hij droomt, kan hij ‘zien’.
Op 28 juli is Gerson jarig. Hij wordt veertien jaar. Gerard heeft een vrije dag genomen. Gerard, Klaas en Kees hebben erg hun best gedaan om een goed cadeau te vinden. Gerard heeft Gerson een envelop gegeven met daarin honderddrieënnegentig gulden en negentig cent. Het geld is bedoeld voor leermateriaal. Klaas en Kees hebben een cd gekocht. Als Gerson het uitpakt, zegt hij alleen maar ‘leuk’. Hij is niet erg enthousiast. ’s Avonds vraagt Gerson aan Klaas en Kees waarom ze hem geen cadeau hebben gegeven. Dan pakt Kees nog een cadeau en geeft het aan Gerson. Het is een boek, zodat Klaas en Kees de verhalen kunnen voorlezen aan Gerson. Gerson is er heel blij mee.
Op 8 augustus wil Gerson zwart spelen. Ze spelen het spel, maar Klaas en Kees spelen vals. Ze houden hun ogen open, zodat ze kunnen zien hoe Gerson loopt. Gerson weet niet meer goed hoe het erf eruitziet en loopt de verkeerde kant op. Vervolgens valt hij van de brug (twee zware balken met dikke planken) in de sloot. Klaas haalt Gerson uit het water. Gerson loopt verder naar het doel, de grafsteen van Pieter Mulder. Als Klaas en Kees er ook bij komen, zegt Gerson dat hij er niks meer aan vindt, ook Klaas en Kees vinden het spel niet meer leuk.
De volgende dag gaan Klaas, Kees, Gerson en Daan logeren bij opa Jan en oma Anna. Ze rijden weer langs de perenbomen. Klaas vraagt aan zijn vader of hij wil stoppen. Hij stapt uit en kijkt wat er aan de bomen hangt. Het zijn peren. Hij loopt terug naar de auto en zegt dat Gerson gelijk heeft; ‘Perenbomen bloeien wit’. Even later komen ze bij opa Jan en oma Anna aan.
Op 10 augustus vindt Kees een mooie tak voor Gerson, want hij heeft nog geen blindenstok. Kees snijdt Gersons naam erin. Tijdens het avondeten geeft Kees de stok aan Gerson. Gerson gaat die avond een wandeling maken langs het meer met de nieuwe stok en met Daan. Het begint te onweren. Gerson gooit de stok weg, Daan haalt de stok weer op. Gerson gaat het water in en zwemt nog een stukje. Dan komt hij niet meer boven.
Gerson wordt begraven op de begraafplaats bij zijn huis, dit was Gerson’s favoriete plek.
3. De Verdieping
3.1 Compositie en tijdsverloop
De vertelde tijd van het verhaal is een korte tijd. Er wordt over ongeveer een half jaar verteld. Daarnaast speelt het verhaal zich eind jaren '90 af. Het verhaal speelt zich dus niet af in de huidige tijd. Het is vanuit een flashback geschreven, dit merk je alleen in het begin. Vanuit daar wordt de rest van het verhaal door iedereen chronologisch verteld.
3.2 Ruimte
Het verhaal speelt zich ergens in Nederland af. Waar het verhaal zich precies afspeelt is niet duidelijk. De plekken waar dit verhaal zich afspeelt zijn vooral in het snotkleurige autootje, in het ziekenhuis en bij de opa en oma van Gerson, Kees en Klaas, bij hen thuis in de tuin.
Er is in dit verhaal wel gebruik gemaakt van een belangenruimte. Een belangenruimte is een ruimte waarin de gevoelens en emoties van de personages overeen komen met de gebruikte ruimte(s). In dit geval verdrinkt Gerson in het meer terwijl het buiten keihard regent en onweert. Op dat moment voelen alle gezinsleden zich erg droevig. Ze zijn verdrietig en moeten huilen. De tranen en het gevoel van verdrietig zijn komen overeen met de regen en de onweer. Regen en onweer zorgen namelijk ook voor natheid en donkere schaduwen.
3.3 De wijze van vertellen
Dit boek is geschreven met afwisselende perspectieven. Dit zijn allemaal verschillende ik-personen die samen het hele verhaal vertellen. Het verhaal is vanuit drie verschillende perspectieven verteld, dus er is gebruik gemaakt van een meervoudig perspectief. Er wordt namelijk uit de perspectieven van de tweeling Klaas en Kees, van Gerson en van de hond Daan verteld. De perspectieven worden constant afgewisseld en zorgen ervoor dat het verhaal op verschillende kanten benaderd wordt.
3.4 Thema
Lichamelijk gehandicapt,
Lichamelijke handicap is het thema in dit verhaal. Gerson krijgt te maken met een auto-ongeluk waarna hij in coma raakt. Met een operatie wordt zijn milt verwijderd en krijgt hij allerlei pennen in zijn arm omdat zijn arm gebroken is. Daarnaast is hij ook nog eens blind geworden. Met deze handicap moet hij vervolgens mee leren leven en mee om leren gaan. Iets wat voor hem ontzettend moeilijk is, want zijn hele leven draait ineens om zijn lichamelijke handicap. Ook voor zijn gezin en hondje Daan is het lastig. Ze proberen hem zo goed mogelijk te helpen en hem zo goed mogelijk dingen opnieuw te leren zodat hij later zelfstandig door het leven zou kunnen gaan.
3.5. Personages
Daan
Daan is het hondje van het gezin. In het verhaal wordt ook nog een stukje vanuit zijn perspectief geschreven.
Gerard
Gerard is de vader van Kees, Klaas en Gerson. Hij veroorzaakt het auto-ongeluk omdat hij een auto van rechts geen voorrang geeft. Hij heeft hier ontzettend veel spijt van. Verder staat Gerard alleen voor de opvoeding van zijn kinderen. Zijn ex-vrouw heeft hem zonder rede verlaten voor een Italiaanse man en is naar Italië vertrokken. Af en toe vindt hij het erg zwaar om zijn kinderen op te voeden.
Gerson
Gerson is aan het begin van het verhaal dertien en wordt in het verhaal nog veertien. Hij is een ontzettend wijze puber en maakt altijd goede beslissingen. In het verhaal wordt hij blind en dat is iets wat hij erg lastig vindt. Hij kan het maar moeilijk accepteren dat hij niet meer kan zien en is daardoor erg bot tegen andere mensen. Daarnaast is Gerson wel weer erg zorgzaam voor zijn hondje Daan. Uiteindelijk overlijdt Gerson omdat hij verdrinkt.
Kees
Kees is een helft van de tweeling en is ook zestien jaar oud. Klaas is zijn tweelingbroer. In het verhaal heeft Kees zijn arm gebroken met het auto-ongeluk, maar hier heeft hij verder weinig last van. Ook Kees is heel erg zorgzaam voor zijn broer Gerson. Hij wil zelfs zijn school opgeven om voor zijn broer te kunnen zorgen.
Klaas
Klaas is de eerste deel van een tweeling en is zestien jaar oud. Hij kan het heel erg goed vinden met zijn broer. Verder is Klaas erg zorgzaam voor iedereen en wil hij zo goed mogelijk voor Gerson zorgen.
Anna
Anna is de moeder van Gerard en de opa en oma van Gerson, Klaas en Kees. Anna is ontzettend zorgzaam en doet er alles aan om het haar (klein)kinderen zo fijn mogelijk te maken. Zij is dus een erg bezorgd type, ze denkt ook dat de dood van Gerson haar schuld is.
Jan
Jan is de vader van Gerard en de opa en oma van Gerson, Klaas en Kees. Hij komt in het verhaal erg direct over en heeft geen blad voor zijn mond. Hij houdt van de harde aanpak. Hij is een doorzetter en houd er niet van tegen gesproken te worden.
3.6. Titel, ondertitel en motto
Een gezin met een vader en drie kinderen is op weg naar zijn ouders. Tijdens deze rit rijden ze om omdat de kinderen de perenbomen zo ontzettend mooi vinden bloeien. De kinderen raken vervolgens in een discussie over de kleur waarin de perenbomen bloeien. Het jongste kind, Gerson, vindt dat de perenbomen wit bloeien. De tweeling Klaas en Kees daarentegen vindt dat de perenbomen roze bloeien.
Tijdens deze discussie krijgen ze te maken met een auto-ongeluk waarin Gerson bekneld komt te zitten in de auto. Hij wordt onmiddellijk naar het ziekenhuis gebracht waar blijkt dat hij in coma ligt. Daarnaast heeft hij zijn arm gebroken, is zijn milt verwijderd en is hij blind geraakt.
Na een week komt Gerson uit zijn coma en het eerste wat hij door de kamer schreeuwt is dat perenbomen wit bloeien. De perenbomen die volgens Gerson wit bloeien spelen een grote rol in dit verhaal. En dat is ook de reden waarom de titel 'Perenbomen bloeien wit' is. Het is de waarheid van Gerson en dat is eigenlijk het enige wat er toe doet.
Er wordt verder geen gebruik gemaakt van een ondertitel of een motto.
4. Keuzeopdracht
* Maak voor een personage een ansichtkaart en schrijf iets aan dat personage (150 woorden).

Bedankt Kees en Klaas,
Voor alles, alles, alles,
Sorry dat ik zo moest gaan.
Dat ik jullie dit aan heb gedaan.
Maar het was tijd, ik kon niet meer.
Alleen maar zwart zien maakte me diep ongelukkig.
Dit was het beste voor iedereen.
Ik weet dat jullie me zullen missen maar ga verder.
Maak er wat van.
Zorg goed voor Daan, die zal het wel moeilijk hebben.
Maar dat komt goed ik kon niks meer ook niet meer voor Daan.
Het belangrijkste is dat jullie onthouden hoe het was ons drieën.
Samen zwart aan het spelen voor het ongeluk.
Herinner mij zo.
Ik weet dat ik het nooit echt zo heb gezegd maar ik hou van jullie.
Gelukkig hebben jullie altijd elkaar nog.
Dat is het belangrijkste daar gaat het om.
Geniet, geniet van het leven.
Zo als ik niet meer kon.
Geef deze boodschap door aan iedereen die het nodig heeft.
Liefs,
En tot ziens misschien ooit.
Gerson
Maak jouw eigen website met JouwWeb