De Avonden ( Modernen C, blauw, 1 van de 5)

1. Primaire gegevens
Auteur: Simon van het Reve
Titel: De avonden
Uitgave: De Bezige Bij, 1947
Pagina's: 222
Genre: Psychologische roman
2. Inhoud (samenvatting)
Dag 1: Het boek begint wanneer de hoofdpersoon, Frits van Egters op zondagochtend ontwaakt. Hij heeft weer een rare droom gehad. Het ging over een lijk. Frits vraagt zich af of deze dag iets kan worden, of hij enig nut zal gaan hebben. Maar hij staat vroeg op (wat normaal niet vaak gebeurt op zondag) zodat hij zijn dag nuttig kan besteden. Maar dat gebeurt niet echt en de verveling slaat al snel toe. Zijn broer, Joop van Egters, komt op bezoek. Zijn vrouw Ina is ziek. Frits begint over de kaalhoofdigheid van Joop, en deze negeert dat. ’s Avonds wil Frits even uit huis en gaat richting Jaap Elderer, maar die blijkt niet thuis te zijn. En dus gaat hij naar Louis. Bij Louis komt er niet echt een goed vloeiend gesprek tot stand. Louis heeft een hekel aan de katten die bij hem door huis lopen, en slaat er een met zijn knokkels. Louis gaat echter vroeg naar bed dus Frits gaat naar huis en doet hetzelfde. Voor de spiegel inspecteert hij nog even zijn lichaam langs alle kanten (aantal spiegels tegenover elkaar zettend). Hij begint weer vaag te dromen.
Dag 2: Deze dag is wat spannender voor Frits, hij gaat namelijk met Joop en Ina naar het Berendsgymnasium voor een reünie. Zijn ouders zijn deze dag naar kennissen in Haarlem. Tijdens de reünie komt Frits redelijk veel oude vrienden tegen en andere mensen van zijn school. Hij heeft zijn school niet afgemaakt maar is er in de vierde klas af gegaan. Frits vindt het niet zo prettig om weer met al die oude bekenden te praten en gaat er elke keer snel vandoor. Hij heeft er spijt van dat hij er naartoe gegaan is. Eenmaal thuis gekomen gaat hij naar bed.
Dag 3: Deze dag gaat Frits op bezoek bij zijn maat Jaap en zijn vrouw Joosje. Hun kind is namelijk jarig. Frits zit eerst alleen met de vrouwen, want Jaap is even weg. Hij gaat weer wat gedwongen gesprekken aan en voelt zich niet op zijn gemak. Zodra Jaap binnenkomt begint hij weer over kaalhoofdigheid, maar al snel gaat het gesprek verder over allerlei ziektes en invalide mensen. Om beurt vertellen ze een verhaal over iemand. De vrouwen vinden het maar niks. Als hij thuis komt blijft hij nog even in de keuken staan, en ineens hoort hij vreemde geluiden. Het blijkt dat zijn moeder een zenuwaanval heeft, maar de boel is al onder controle.
Dag 4: Het is Eerste Kerstdag. De ouders van Frits gaan alweer weg. Hij verveelt zich wat en luistert naar de radio. Ineens komt er iemand op bezoek. Het is Lande. Deze beschuldigt een ‘vriend’ van Frits, genaamd Maurits, ervan tweehonderd gulden uit zijn portemonnee gestolen te hebben. Hij zag het gebeuren want Maurits trok net zijn hand uit de jas van Lande toen hij terug in de kamer kwam. Frits vertelt dat hij Maurits er zeker voor aan ziet en dat hij hem tot meer in staat acht. ’s Middags gaat Frits met Louis naar de bioscoop. Hij is niet echt tevreden over de film. ’s Avonds gaat hij nog even naar Walter Graafse. Boven Walter’s huis ligt iemand op sterven, en ze mogen dus niet teveel lawaai maken. Weer gaan er wat verhalen over en weer over doden.
Dag 5: Op Tweede Kerstdag gaan zijn ouders alweer weg. Frits verveelt zich thuis. Hij gaat door de stad lopen en komt daar Maurits tegen. Maurits vraagt steeds hoe Frits over zijn uiterlijk denkt. Frits praat mee met Maurits. Hij zorgt dat Maurits de diefstal bekent, maar zegt ook dat hij niets verkeerds over Maurits heeft gezegd. ’s Avonds gaat Frits langs Viktor en praat weer over gehandicapten.
Dag 6: Frits komt goedgeluimd van zijn werk en is vastberaden de dag goed te laten verlopen. Voordat hij het huis betreedt, weet hij al wat zijn ouders gaan zeggen, want ze zeggen altijd hetzelfde. Hij is van plan om naar de bioscoop te gaan ’s avonds, en koopt twee kaarten. Hij wil samen met Viktor, maar die zegt dat hij het te druk heeft. Maar als hij dan bij Louis langsgaat om die mee te vragen, zit Viktor daar. Hij vindt het maar een vreemde streek. Uiteindelijk gaat hij maar alleen en komt dan Maurits weer tegen, en gaat dus samen met Maurits. Na de film gaat hij nog even bij Maurits langs. Hij kijkt hoe ver hij kan gaan bij Maurits door te vragen wat hij zou doen als hij iemand gegijzeld had en kon martelen. Er ontstaat zo een controversieel gesprek.
Dag 7: De ochtend en middag verlopen saai. Frits is alleen met zijn vader thuis. Hij ergert zich weer aan de manier waarop de man eet en andere dingen verkeerd doet, zoals het zeuren over de radio die te hard staat terwijl hij al behoorlijk doof is. ’s Avonds gaat hij met Jaap, Joosje en Viktor uit. Jaap en Frits drinken aan de lopende band borrels. Viktor is niet echt in de goede stemming volgens Frits. Ze praten weer over gebreken en over het vroegtijdig verlaten van de school door Frits. Deze is na een stuk of tien borrels behoorlijk dronken. Jaap valt bijna in slaap dus ze besluiten door te gaan. Frits komt, gesteund door zijn buurman, dronken thuis. Zijn ouders leggen hem in bed en nadat hij nog overgegeven heeft valt hij in een diepe slaap.
Dag 8: Frits wordt wakker met een zeer droge mond en hoofdpijn. Beneden vragen zijn ouders meteen naar het dronkenschap van Frits. Hij heeft de slechte stemming en besluit ’s middags even naar buiten te gaan. Hij wil naar Joop en Ina die waarschijnlijk bij Ina’s vader zijn, maar daar aangekomen zijn ze er niet. Hij blijft even hangen bij de man maar het botert niet zo goed tussen hen, dus Frits gaat naar huis. Daar komen Joop en Ina toch nog op bezoek. Weer pest hij Joop met zijn kale kop. Deze negeert het weer. ’s Avonds wil Frits uit huis van zijn ouders weg en gaat langs Bep Spanjaard. Zij woont alleen in een huis zonder buren. Frits vertelt dat hij erg bang zou zijn als hij alleen zou wonen zonder buren. Het gesprek gaat vooral over angst. Voordat hij naar huis gaat neemt hij een speelgoedkonijn mee van Bep. Hij leent het even.
Dag 9: Frits heeft een suffe dag. Zijn ouders hebben ruzie en hij ergert zich er niet echt aan. Hij zit wat aan zijn speelgoedkonijn dat een rare aantrekkingskracht op hem heeft. ’s Avonds gaat hij alweer naar de bioscoop, naar De Groene Weiden. Eerst zitten ze nog even bij Jaap thuis, samen met Bep, Joosje en Eduard Hoogkamp. Frits vind Eduard maar een zak, maar zegt dat pas bij de ingang van de bioscoop. Tijdens de film wordt Frits nogal emotioneel en vertrekt na de film snel zonder zijn vrienden. Hij droomt thuis over een lijk dat bij hem thuis bezorgd wordt.
Dag 10: Het is Oudejaarsdag. Frits hoort van zijn ouders dat er niemand op bezoek komt. Hij zal Oud en Nieuw dus alleen met zijn ouders moeten vieren. Frits ergert zich ’s morgens, na te lang in bed gelegen te hebben, al meteen aan zijn ouders. Als het hem teveel wordt gaat hij naar boven en gaat weer naar het speelgoedkonijn. Zijn moeder roept hem steeds maar hij negeert het net lang genoeg en gaat weer naar beneden. Ze bakt de appelbollen verkeerd, de appel is te hard. Ook komt hij erachter dat zijn moeder in plaats van wijn bessensap heeft gekocht. Dit doet hem zeer, omdat hij de goedmoedigheid van zijn moeder ziet maar het is wel verkeerd gegaan. ’s Avonds ergert hij zich weer aan zijn vader en ze drinken de bessensap. Frits denkt nog steeds aan de vergissing van zijn moeder. Na twaalf uur gaat hij naar zijn vrienden maar geen van allen is thuis. Dan gaat hij terug naar huis en denkt aan alle slechte eigenschappen van zijn ouders. Hij vraagt God om vergiffenis voor hen. Hij besluit om ze te accepteren zoals ze zijn en verder te leven, een nieuw jaar in. Dan valt hij in slaap.
3. De verdieping
3.1 Compositie en tijdsverloop
De tijd waarin het zich afspeelt is in 1946, kort na de oorlog dus. De vertelde tijd is tien dagen, het boek is dus ook in tien hoofdstukken verdeeld. Het is dus ook chronologisch verteld, van dag tot dag zonder flashbacks. Ook zitten er geen echte tijdversnellingen in.
3.2 Ruimte
De plaats waar het zich afspeelt is voornamelijk in het huis van de familie van Egters in de stad Amsterdam. Frits zit vaak beneden bij de radio, of zit op zijn kamer met zijn speelgoedkonijn. En aan tafel waar hij zich vaak ergert aan zijn vader. Verder zit hij bij Louis, Viktor, Maurits, Jaap, Joop en Ina’s vader (Adelaar) thuis en gaat hij naar de bioscoop. Het lijkt er verdacht veel op dat de plaats waar het zich afspeelt de plaats is waar Reve vroeger zelf woonde.
3.3 De wijze van vertellen
Het is in de personele vertelwijze geschreven (hij-vorm). Je komt alleen de gedachten van Frits te weten en niet die van de andere personages. Je leest steeds wat hij denkt en dat is best boeiend. Soms herken je je eigen gedachten er wel eens in.
3.4 Thema
Er zijn meerdere thema’s terug te vinden in De Avonden. Angst is er een van, namelijk de angst voor het lichamelijk verval en de nutteloosheid van het leven. Frits praat altijd over gebrekkige mensen en over de dood, zo drukt hij zijn angsten weg. Hij droomt elke nacht over de dood. De dood is dus ook een thema. Verder is eenzaamheid (verveling) een belangrijk thema, want Frits verveelt zich thuis altijd en heeft aan zijn ouders ook zo goed als niets. Zijn vrienden zijn geen echte vrienden die je steunen en helpen als er iets met je is.
3.5. Personages
Frits van Egters: rond karakter. 23 jaar. Woont bij ouders. Werkt op een kantoor. Geobsedeerd door kaalheid (iedereen op kaalheid wijzen) en tijd (kijkt voortdurend op horloge + telt de tijd). Last van angstdromen. (over dood, worden achtergelaten) Geen idealen. Anti-held. Erg zuinig(loopt voortdurend). Eet veel. Om aandacht te krijgen vertelt hij over enge ziektes en gebeurtenissen en pest graag mensen. Verveelt (klooien met radio en kachel)
Frits ouders: Moeder moeite met passieve man, huishoudelijk, onzeker. Vader doof, vergeetachtig, geen manieren.
3.5. Titel, ondertitel en motto
Titel:
'De avonden’ heeft verschillende betekenissen. Ten eerste speelt het verhaal, wanneer er dan iets gebeurt, zich af in de avonden wanneer hij kan zijn. Aan het eind van de avond blijkt dan iedere keer weer dat het weer niet gelukt is om van enig belang op deze aardbol te zijn. Het eerste hoofdstuk begint ook optimistisch met veel plannen, de dag sleept zich voort en als hij naar bed gaat heeft hij niets uitgevoerd en zelf noemt hij het: “Een totaal vergooide dag.” (blz. 25)
Ondertitel:
Een winterverhaal. Dit suggereert een warm en gezellig verhaal=ironisch. Want juist kil, eenzaam en donker en niet eens echt een ‘verhaal’.
Motto:
Overal was het al dag,
maar hier was het nacht,
neen, meer dan nacht.
Deze paar zinnen passen eigenlijk ook wel bij dit boek, het is een saai verhaal, waarin heel weinig gebeurt. Men ziet de toekomst somber oftewel donker in, Het leek wel dat het altijd nacht was en dat het ook zo zou blijven. Eigenlijk is er helemaal geen motto.
De Avonden wordt alom gezien als een sterk autobiografisch boek.
4. Keuzeopdracht
De avond,
Ik wil meer,
Meer uit het leven,
Meer uit mijn vrienden,
Meer uit mijn ouders,
Meer uit mezelf,
Het leven zou groots moeten zijn,
Dat is wat ik geleerd heb van mijn avonden,
Maar weer geen nuttige dag,
Dus dan ga ik maar weer verder balen,
En daarna opnieuw proberen alles uit het leven te halen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb